INLEIDING
In de procedure die Stichting Dier & Recht heeft opgestart tegen twee van onze fokkers is inmiddels vonnis gewezen. In dit artikel laat ik de belangrijkste kynologische argumenten de revue passeren.
Dier & Recht is een stichting die zich inzet voor het beschermen van dieren in de ruimste zin van het woord en de behartiging van hun belangen via het recht. Daarnaast houdt Dier & Recht zich onder meer bezig met de verbetering van de rechtspositie van het dier, rechtsontwikkeling en verbetering van wetgeving ten gunste van het dier en toepassing van bestaande rechtsmiddelen ter bescherming van het dier.
De betrokken fokkers zijn beiden lid van de GRCN en de GRV. De fokkers fokken met inachtneming van de reglementen van de GRCN en de GRV.
In 2013 is in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken door het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren van de Universiteit Utrecht een zogenaamd incidentieonderzoek naar schadelijke raskenmerken en erfelijke gebreken bij populaties gezelschapsdieren uitgevoerd. Het project heeft als doel om de cumulatieve incidentie van rasgebonden erfelijke ziekten en schadelijke raskenmerken bij honden en katten in Nederlandse populaties vast te stellen. De benodigde informatie hiervoor wordt, eerst handmatig en later geautomatiseerd, verzameld in eerstelijns dierenartspraktijen, hiermee wordt voor het eerst objectief de omvang duidelijk van erfelijke ziekten en schadelijke raskenmerken in raspopulaties binnen de gezelschapsdierensector. Per raspopulatie kan met deze informatie worden geprioriteerd welke problemen het meest ernstig zijn. Op basis hiervan kan gericht beleid worden ontwikkeld om de rashonden en –katten in Nederland te begeleiden naar gezondere populaties en kunnen de resultaten van dit beleid worden gemonitord. Ook kunnen hiermee dierhouders, rasverenigingen en fokkers beter geïnformeerd worden over de gezondheid van rassen en kunnen ze worden aangesproken op hun rol en verantwoordelijkheden in de aanpak van de problematiek.
Op 1 juli 2014 is het Besluit houders van dieren van kracht geworden. In artikel 3.4 van dit Besluit staat dat het is verboden te fokken met gezelschapsdieren op een wijze waarop het welzijn en de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen worden benadeeld. In ieder geval wordt bij het fokken, voor zover mogelijk voorkomen dat a) ernstige erfelijke afwijkingen en ziekten worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen en b) uiterlijke kenmerken worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen die schadelijke gevolgen hebben voor welzijn of gezondheid van de dieren.
Op 27 november 2014 heeft de Raad van Beheer op kynologisch gebied het projectplan Fairfok aan de staatssecretaris van Economische Zaken aangeboden. Dit plan is op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken opgesteld en heeft tot doel om te komen tot gezonde en sociale rashonden in 2024.
DE VORDERING VAN DIER EN RECHT
- Voor recht te verklaren dat de fokkers onrechtmatig handelen door te verzuimen hun ouderdieren structureel te onderzoeken op HD, ichthyosis en PRA, dan wel door ouderdieren die drager zijn van of lijder aan deze erfelijke aandoeningen zijn, althans een grotere kans blijken te hebben nakomelingen te krijgen die zelf drager van of lijder aan deze erfelijke aandoening zullen zijn, niet structureel van de fok uit te sluiten;
- De fokkers te veroordelen om bij iedere toekomstige fokcombinatie, met inachtneming van de laatste stand van de wetenschap, de standaardtest uit te voeren die op dat moment de meeste zekerheid bieden over het bestaan van erfelijke aandoeningen;
- De fokkers te veroordelen om de ouderdieren die op grond van de genoemde standaardtests blijken drager van of lijder aan een erfelijke aandoening te zijn, althans een grotere kans te hebben om nakomelingen te krijgen die zelf drager van of lijder aan een erfelijke aandoening zullen zijn, van de fok uit te sluiten.
DE PROCEDURE
De Stichting heeft 2 fokkers aangesproken op een vermoeden van het overtreden van art. 3.4 van het Besluit houders van Dieren. De Stichting baseert haar vorderingen op een vermoeden dat de fokkers niet structureel testen op erfelijke aandoeningen, zoals HD, ichthyosis (hierna ICT) en PRA. Vervolgens geeft de Stichting aan dat als fokkers wel testen op deze aandoeningen, de resultaten van deze testen de fokkers kennelijk geen aanleiding geeft om hun fokbeleid aan te passen in die zin dat de ouderdieren die belast zijn met een erfelijke aandoening van de fok worden uitgesloten. De Stichting is van mening dat op basis van art. 3.4 van het Besluit houders van Dieren het verboden is om te fokken met HD B, dragers van en lijders aan ICT en PRA, aangezien volgens de Stichting deze wijze van fokken tot zieke dieren kan leiden. Dat betekent dat de fokkers handelen in strijd met een wettelijk voorschrift, hetgeen onrechtmatig is.
De fokkers hebben uiteraard uitgebreid verweer gevoerd zowel op juridische als kynologische gronden, alsmede tegenvorderingen ingesteld. Deze tegenvorderingen zijn onder andere gebaseerd op het handelen van de Stichting jegens de fokkers voorafgaande aan de procedure, waarbij een medewerkster van de Stichting onder valse naam en valse voorwendselen zich bij een van de fokkers heeft gepresenteerd als puppiekoper, teneinde informatie/bewijs te verkrijgen over de fokwijze van deze fokker, alsmede artikelen op haar website heeft geplaatst waarbij de fokkers als malafide worden afgeschilderd en de fokkers van Golden Retrievers in zijn algemeenheid en het ras in een zeer negatief daglicht worden geplaatst, en tenslotte een vordering waarbij de Stichting alle kosten voor rechtsbijstand voor de fokkers zou moeten betalen op basis van misbruik van recht, nu de Stichting deze fokkers heeft gedagvaard zonder enig bewijs en gegrond op aannames die geen enkele steun vinden in de kynologie, hetgeen de Stichting had kunnen weten.
DE BEOORDELING
Hieronder zullen alleen de kynologische merites van het vonnis worden besproken. De juridische beoordeling gaat in dit kader te ver.
De vorderingen van de Stichting richten zich op drie erfelijke aandoeningen. De rechter heeft per ziekte beoordeeld of door de fokkers, gelet op de in Nederland in acht te nemen zorgvuldigheidsnormen, onrechtmatig c.q. onzorgvuldig is gehandeld.
ICT
De Stichting kwalificeert ICT bij de Golden Retriever als een ernstige erfelijke aandoening. De fokkers hebben aangegeven dat ICT zowel bij honden als bij mensen in verschillende mate van ernst voorkomt en dat de ernstige vorm van ICT, waarbij huidinfecties, ernstige jeuk, kaalheid en rode plekken kunnen optreden, niet voorkomt bij de Golden Retriever. De fokkers hebben gesteld dat bij de Golden uitsluitend de milde vorm van ICT voorkomt, die niet deze klinische symptomen heeft, doch uitsluitend (kan) leiden tot schilfering en huidverkleuring dan wel huidverdikking, waar de hond geen last van heeft. Fokkers hebben eveneens aangegeven dat een Golden die lijdt aan ICT overigens
niet automatisch deze (milde) klinische symptomen heeft. Door fokkers is ampel wetenschappelijk onderzoek aangehaald, waaruit volgt dat ICT bij de Golden geen schadelijke ziekte is en dat het uitsluiten van dragers en lijders zelfs ongewenst is, omdat dit leidt tot een beperking van de genen-pool, waardoor er een toename van het percentage van inteelt is, dat uiteindelijk tot meer gezondheidsproblemen zal leiden.
De rechter heeft aangegeven dat niet is gebleken dat ICT bij de Golden Retriever een schadelijke, ernstige ziekte is, zodat fokkers geen verwijt kan worden gemaakt dat zij door te fokken met ouderdieren die lijders en/of drager zijn, onzorgvuldig handelen.
HD
De Stichting voert aan dat het fokken met dieren met HD B procentueel veel meer nakomelingen met schadelijke vormen van HD veroorzaakt. De rechter oordeelt hierover dat er ook bij het fokken met HD vrije dieren een statistische kans is op dieren met HD C, D of E. Noch nationaal noch internationaal heeft dit aanleiding gevormd voor organisaties tot het uitsluiten van HD B dieren voor de fok. Vast staat dat het fokken met HD A en HD B Golden Retrievers is toegestaan volgens de reglementen van de GRCN en GRV. De rechter citeert nog uitdrukkelijk uit een Amerikaans wetenschappelijk onderzoek naar HD, waarin, vrij vertaald, staat aangegeven dat hoewel het fokken met uitsluitend HD A honden de heupscores van de nakomelingen zal doen verbeteren, het uitsluiten van HD B honden de genenpool ernstig zal verkleinen. Pragmatische fok aanbevelingen staan het fokken met HD B honden dan ook uitdrukkelijk toe. De rechter concludeert dat de Stichting onvoldoende heeft onderbouwd dat het fokken met HD B onzorgvuldig is, en dat voor deze stellingname onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing is. Dat er statistisch een iets grotere kans is op dieren met HD C, D of E dan het geval zou zijn indien gefokt zou worden met uitsluitend HD A honden is onvoldoende om tot onzorgvuldig handelen te concluderen.
PRA
De rechter geeft aan dat vast staat dat PRA als een ernstige erfelijke afwijking valt te kwalificeren. De Stichting stelt dat de verplichting tot het DNA testen op PRA niet pas is ingegaan op het moment dat deze verplichting is opgenomen in het fokreglement van de GRCN, doch reeds op 1 juli 2014, toen artikel 3.4 van het Besluit in werking trad. De Stichting verwijst naar de toelichting bij dit artikel waarin is opgenomen dat het fokken niet is toegestaan als afwijkingen voorkomen hadden kunnen worden door het nemen van passende preventieve maatregelen zoals screenend onderzoek, DNA testen of wijzing van het fokbeleid. De rechter oordeelt dat artikel 3.4 van het besluit niet een algemene verplichting tot het nemen van alle (mogelijke) preventieve maatregelen oplegt. Het zou ook nagenoeg niet realiseerbaar zijn om maatregelen te nemen tegen c.q. onderzoek te doen naar elke mogelijk zich voordoende ziekte of aandoening. Dit strekt te ver. Uit de toelichting volgt niet dat dit de bedoeling van de wetgever was bij het formuleren van de open norm. Bij de vraag of onderzoek naar een aandoening of ziekte op zijn plaats is, dient daarom aansluiting te worden gezocht bij de huidige stand van de wetenschap. Gesteld noch gebleken is dat het uit wetenschappelijk oogpunt voor 16 april werd aangeraden de ouderdieren door DNA onderzoek te testen op PRA. Fokkers hebben aangevoerd dat reeds decennia lang voorafgaand aan 16 april 2016 de verplichting bestond om fokdieren jaarlijks te controleren op diverse oogafwijkingen, waaronder PRA. Fokkers hebben steeds hun ouderdieren op alle voorkomende oogafwijkingen laten onderzoeken, maar indertijd kon de voorhanden zijnde onderzoeksmethode slechts lijders van PRA opsporen en geen dragers. De rechter concludeert dan ook dat fokkers niet onzorgvuldig hebben gehandeld door de ouderdieren voor 16 april niet te testen op PRA. Evenmin kan worden geconcludeerd dat fokkers na die datum onzorgvuldig hebben gehandeld.
De rechter wijst alle vorderingen van de Stichting af. Voor wat betreft de door de fokkers ingestelde tegenvorderingen, wijst de rechter ook deze vorderingen af op juridische gronden, doch geeft de Stichting daarbij wel een flinke tik op de vingers. De rechter is van oordeel dat de fokkers zeer lichtvaardig zijn gedagvaard zeker nu de Stichting ter zitting heeft gesteld dat zij deze fokkers niet een persoonlijk verwijt maakt en dat deze fokkers zijn gekozen als symbool voor een bepaalde groep fokkers die op dezelfde wijze werkzaam zijn, er geen concrete schade is gebleken en de vorderingen in de kern gebaseerd zijn op veronderstellingen. Voor wat betreft de uitlatingen op de website van de Stichting over de fokkers, de fokkers van Golden Retrievers in zijn algemeenheid en het ras, is de rechter van mening dat deze ongenuanceerd, onvolledig, ongefundeerd en onjuist zijn. Het op deze wijze onjuiste informatie verstrekken heeft directe invloed op de wijze waarop het publiek naar de fokkers van Golden Retrievers en naar het ras zal kijken. Ook het inzetten van een incognito medewerkster teneinde informatie c.q. bewijs tegen een van de fokkers te vergaren wordt als zeer onfatsoenlijk aangemerkt.
TOT SLOT
Voor de kynologie is dit vonnis zeer positief en heeft de Stichting op achterstand gesteld. Ik ka Het staat u vrij hierover contact met mij op te nemen via mijn email vanburken@hotmail.com.